De geschiedenis van een duffelse jas
Een duffelcoat is een jas met de lange, rijke en interessante geschiedenis. In dit artikel vertellen wij uitgebreid over de geschiedenis van een duffelcoat, wij beginnen met de beschrijving van de voorgangers van duffelcoats, dan spreken wij erover hoe en wanneer duffelcoats zelf ontstonden en tenslotte bestuderen wij de hedendaagse geschiedenis van dit kledingstuk.
De prototypen van de duffelcoats
De kleding met de kappen werd nog door monniken in het vroegchristelijk tijdperk gedragen, maar deze kleding heeft niet veel te maken met de duffelse jassen. Het nauwer verwant prototype van de legendarische jas is een Pools halflange getailleerde jas (Polish frock) die van de knopen en lussen voorzien was die zeer sterk doen denken aan de knopen en lussen van een duffelse jas. Die halflange getailleerde jas had ook een kap, maar die Poolse jas zag er toch anders uit dan een duffelcoat. De Poolse jas was in de jaren 20 van de XIX eeuw verschenen en was ontzettend in de mode in de jaren 50 van de XIX eeuw.
Een jas die door John Partrige in 1887 op de markt werd gebracht had al het design dat veel meer aan het design van een moderne duffelcoat deed denken. In wezen was die jas al een rechtstreekse voorganger van een duffelcoat die is verschenen maar enkele jaren eerder dan het kledingstuk dat ons zo goed bekend is. De duffelcoat van Partridge was zeer wijd en kort en was voorzien van de langwerpige houtenknopen die onder de kleine hoek aan de jas werden vastgezet.
De geboorte van de legende
Aan het einde van de XIX eeuw heeft het Britse Ministerie van marine duffelcoats bested bij een bedrijf dat tegenwoordig bekend is onder de naam Original Montgomery. Die jassen van honderd jaar geleden waren ook anders dan de moderne duffelcoats, maar de knopen op die jassen werden al horizontaal aangezet en die jassen waren bijna even lang zoals de moderne matrozenjassen. Die jassen waren zeer wijd en werden gemaakt van de zeer zware stof die voor 100 % van de pure wol was geweven.
Nu dient men enkele woorden te zeggen over het ontstaan van de naam van de jas. Hoogstwaarschijnlijk heeft de naam van de jas iets te maken met de naam van een van de Belgische steden, namelijk Duffel (de stad Duffel bevindt zich in de provincie Antwerpen). In die stad werd de nogal grove en dikke wollenstof geproduceerd die werd gebruikt voor tassen en jassen, maar toch niet voor duffelcoats!
De hoofdredacteur van Gentleman's Gazette Swen Rafael Snijder beweert dat de duffelse jassen nooit van de stof Duffel werden gemaakt en dat die jassen bovendien nooit in de stad Duffel zelf werden geproduceerd.
Toch werden duffelse jassen om een of andere raadselachtige reden juist naar die stof of die stad genoemd.
Duffelse jassen tijdens de wereldoorlogen
Al tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden matrozen en officieren van de Britse marine de duffelcoats gedragen, tijdens de Tweede Wereldoorlog werden die jassen al door militairen van de andere troepen gedragen. Die jassen werden toen als de bovenkleding gedragen ook door militairen die in de woestijnen van Noord-Africa hebben gevochten, onder andere door de veldmaarschalk Bernard Mottgomerry, de legeraanvoerder van het 8ste Britse leger. Volgens Josh Sims, een expert op het gebied van de herenkleding, die het boek «Ikonen van de stijl van de herenmode» heeft geschreven, is zijn naam bijna «een synoniem van een zware korte jas met een kap geworden die werd ontworpen om mensen tegen de koude wind van de Atlantische oceaan te beschermen». Niet zonder reden worden enkele modellen van de duffelse jassen nog steeds als Monty coat genoemd (Monty — is een verkleinwoord van Montgomery).
Na de oorlog
De gewone burgers begonnen duffelse jassen te dragen pas na de Tweede Wereldoorlog. De Duitse schrijver Bernhard Roetzel schrijft in zijn boek «Gentleman» dat «een groot aantal nieuwe militaire duffelcoats, afkomstig uit de opslagplaatsen van het leger, in de jaren 50 van de XXste eeuw is op de markt verschenen en dat die jassen uiteindelijk het meest geliefde kledingstuk voor de koude winterdagen is geworden. In Frankrijk zijn die jassen binnen de korte tijd zeer populair geworden bij studenten van de colleges en de universiteiten, eveneens bij intellectuelen». Tegelijkertijd met de aanvraag naar de jassen is ook het assortiment van de jassen groter geworden.
Aan het begin waren alle duffelse jassen van de beige («kameel») kleur, aan het begin van de XXste eeuw zijn de bruine modellen van de duffelse jassen verschenen, in de jaren 30 van de XXste eeuw — de donker-blauwe jassen, in de jaren 50 van de XXste eeuw en later — een heleboel duffelse jassen van de andere kleuren: olifkleur, wit, rood, felblauw, geel en veel andere kleuren.
De firma Gloverall geldt als de meest bekende producent van de duffelse jassen. Aan het begin verkochte de firma de restanten van de voorraden uit de tijd van de oorloog en in het jaar 1954 heeft Gloverall een eigen origineel model van de duffelse jas op de markt geintoduceerd. Zij heeft de houtenknopen van de jas vervangen door de knopen van hoorn en de jutelussen — door de lussen van leer; bovendien begon zij voor die jassen de lichtere en daarenboven uit twee lagen bestaande stoffen te gebruiken die van de binnenkant geruit waren. Overigens blijft Gloverall nog steeds ook authentieke modellen van de duffelse jassen produceren, dat betekent jassen met de houtenknopen en de jutelussen. Maar deze jassen worden tegenwoordig toch uit de moderne stoffen geproduceerd, want de grove en zeer zware stof waarvan de duffelse jassen van oorsprong werden gemakt, zou de moderne kopers nauwelijks bevallen.
Men moet eraan toevoegen dat de duffelcoats zeer graag worden gedragen door veel filmsterren, regisseurs en muzikanten. Vele malen hebben wij deze jassen gezien op het televisiescherm of op het scherm in de bioscoop. Volgens Josh Sims «kan men de duffelcoats zien in bijna alle klassieke films over de zeeslagen, bijvoorbeeld in de film «The Cruel Sea» (1953). Later, in het jaar 1976, heeft de filmster David Bowie de duffelcoat gedragen in de film «The Man Who Fell to Earth»». Hiernaast werden die jassen zeer graag gedragen door de regisseur Jean Cocteau en de filmster James Stewart; de muzikanten van de Britse rock-groep “Oasis” poseerden in die jassen voor de omslagfoto van hun single “Roll With It’, en David Bouw werd in die jas opgenomen voor de omslagfoto van zijn muziekalbum “Low”. Ten slotte waren de duffelse jassen ook een deel van de garderobe van de deelnemers van de transglobale expeditie in het jaar 1979 en het officieel uniform van de Nationale team van Groot-Britanie tijdens de Olympische Spelen 1980.
Onze tijd
Tegenwoordig bestaat er een zeer groot aanbod van de duffelse jassen, maar producenten blijven steeds nieuwe modellen van deze bovenkleding produceren. Al nogal lang geleden zijn de korte duffelse jassen verschenen, evenals de jassen van de felle en bijzondere kleuren, bovendien zijn er zelfs de gebreide of gehaakte exemplaren. Maar niettemin bestaat er nog steeds de mogelijkheid om een klassieke duffelse jas te kopen en deze klassieke modellen worden nog steeds druk verkocht.
Bijzondere en buitengewone modellen komen nu eens in zwang en raken dan weer uit de mode, maar de klassieke modellen blijven altijd actueel en vinden altijd gretig aftrek. Dat is nogal onwaarschijnlijk dat een klassieke duffelse jas over vijf of zelfs tien jaar ouderwets zal worden en uit de mode zal raken, maar er zijn ook geen redenen om te denken dat veel mannen deze jassen zullen gaan dragen. Juist in deze combinatie van het klassieke en tegelijkertijd zeldzame model zit onder andere het meest aantrekkelijke van de duffelse jas.