Hoe is de duffelcoat ontstaan
Een duffelcoat (Duffel coat) is een warme jas van ruwe dikke wol met een capuchon en los schouderstuk. Het belangrijkste element waaraan je de duffelcoat en andere vormen van buitenkleding kunt herkennen, zijn de originele knopen in de vorm van langwerpige staafjes gemaakt van hout of hoorn.
De bakermat van dit populaire kleidingstuk is de kleine Belgische stad Duffel, die in Europa in de zeventiende eeuw bekend werd door de productie van kamelenhaar onder dezelfde naam — duffel. Stadsbewoners verkochten deze warme stof en maakten er ook kleren voor vissers van. De lange jassen met sluiting bij de hals en een ruime capuchon, waaronder je een pet kon dragen, beschermden de zeelui goed tegen de koude wind, regen en natte sneeuw.
Duffelcoat als militair uniform
In het midden van de negentiende eeuw maakte de Britse kleermaker John Partridge de eerste versies van jassen voor mannen van duffelstof. Het experiment bleek succesvol en de geborstelde wol werd al snel de basisstof voor de uniformen van de Engelse zeelui.
Het materiaal bleek heel praktisch en duurzaam te zijn, bovendien hebben de ontwerpers een goede pasvorm gekozen — de kleding beperkte de bewegingsvrijheid niet, was winddicht genoeg (maar niet te zwaar om oncomfortabel te zijn) en zeer warm.
Engelse schepen bevoeren naar bijna alle havens ter wereld. De Engelse zeelui liepen door de straten en trokken de aandacht met hun nieuwe ongebruikelijke uniformen.
Echt populair werd de duffelcoat pas dankzij de veldmaarschalk Bernard Law Montgomery, wiens klassieke outfit bestond uit een ruime jas met een capuchon en een schuin gedragen baret.
Misschien zou dit vrij eenvoudige en democratische kledingstuk niet zo populair geworden zijn, als het niet het favoriete kledingstuk van een invloedrijk politiek figuur was geweest. Het is dankzij de veldmaarschalk dat de duffelcoat voor een lange tijd ‘Monty-jas’ werd genoemd.
Doorbraak in Frankrijk
De verfijnde en tegelijkertijd avant-gardistische Franse modeontwerper Yves Saint Laurent heeft altijd aandacht besteed aan militaire uniformen. Sommige details van militaire uniformen verwerkte hij in de ontwerpen van zijn onsterfelijke merk. In de jaren '60 van de vorige eeuw presenteerde de ontwerper een eigen versie van herenkleding en voegde een beetje grootstedelijk chic toe aan de duffelcoat.
Zijn toevoegingen bestonden uit leren lusjes voor de sluitingen ( "hoektanden"), een grotere capuchon en een rechter en langer silhouet. Vandaag wordt een duffelcoat beschouwd als kleding voor een modern, intellectueel en emotioneel persoon die een zo nu en dan onzorgvuldig met zijn garderobe omgaat.
De pasvorm van duffelcoats
De duffelcoat is een rechte single-breasted jas. Meestal wordt de jas uitgevoerd in het bruin, grijs, zwart, koffie- of olijfkleur. De jas heeft een capuchon met een sluiting bij de hals. In het midden loopt een rij knopen gemaakt van bot of hout in de vorm van "walrus slagtanden", die gesloten worden met lusjes gemaakt van leer of touw.
Het materiaal is wol met pool. De jas heeft twee opgestikte rechthoekige zakken met klep. Dit is de klassieke duffelcoat zoals die ons door Yves Saint Laurent werd gepresenteerd.
Later begonnen ze verschillende variaties van de duffelcoat te produceren, maar dit waren al heel andere modellen, hoewel de continuïteit met de Brits-Franse ontwerpen toch te zien was.